Mijn bruin gevlekte vacht kreeg ik van mijn vader, de Ostheim bok. Als ik niet aan sappige kruiden knabbel, oefen ik spelenderwijs met het vechten met de andere geitjes of ravotten met ze over de rotsen en alpenweiden. Mijn beste filantroop is de herdersjongen die ons vergezelt naar de weide en voor ons zorgt.